Turning Dreams Into Reality

Zuid-Afrika

Zuid-Afrika - 6 april - 5 mei 2015
Ik heb het besloten. Voor ik een baan ga zoeken wil ik van mijn vrijheid gebruik maken door nog drie maanden op avontuur te gaan. '...Of ik daarvan niet één maand mee ga naar Zuid-Afrika?' Azië stond op de planning, maar een maand samen met Jelle roadtrippen door Zuid-Afrika sla ik zeker niet af. En zo kwam het dat Jelle en ik op 6 april landen in Johannesburg.
De eerste paar dagen staan in het teken van relaxen in Pretoria. We bezoeken een Lions Farm. Een fokkerij voor leeuwen die in het wild worden uitgezet. We krijgen 'les' over leeuwen. De 'wandeling' met de kleuter leeuwen en het voeden van de babyleeuwtjes waren een absoluut hoogtepunt van deze dag.
Het bezoek aan het apartheidsmuseum in Jo'burg maakte veel indruk. De afschaffing van de apartheid vond plaats in 1992. Ja. Zo kort geleden pas. Een geschiedenis met een grote invloed op een samenleving, de gevolgen zichtbaar tot vandaag. Voor een buitenstaander als ik is de huidige situatie lastig te begrijpen. Wat mij wel meteen opvalt is het grote verschil in welvaart tussen zwart en wit. Gedurende de reis wordt dit beeld alleen nog maar versterkt.
Om de volgende bestemming te bereiken moeten we een overnight doen in Swaziland. Een klein buurland van ZA. De lange autorit door Swaziland is alles behalve een straf. Dit is Afrika! Kleine hutjes, vee en boerderijtjes, omgeven door de meest prachtige natuur. ('Groots en vooral glooiend landschap' aldus Jelle's reactie op de
omgeving). Uren lang genieten wij met een lekker muziekje op de achtergrond van het landschap dat aan ons voorbij trekt.
Het is tijd voor safari. Net na zonsopgang rijden we met onze Volkswagen Polo het Hluhluwe-iMflozi park in. (Ja, probeer dat maar eens uit te spreken). Ik heb mijn schrapkaart met dieren die ik het park kan tegenkomen op mijn schoot. Het dierenspotten is begonnen. Spannend! Toch, vergt het vooral veel, heel veel geduld. Maar het loont! De groep giraffen die opeens voor ons staat maken enorm veel indruk. Dit is gewoon National Geographic, real time(!). De door ons gespotte kudde olifanten, bizons en een witte neushoorn (en nog veel andere beesten) maken onze safariervaring meer dan compleet. Het was erg speciaal dieren in het 'wild' mee te maken. The Lion King in het echt.
De enorme afstanden die je in dit land moet afleggen vergen veel tijd, maar de landschappen die aan je voorbij trekken zijn een attractie an sich. Bij het naderen van de Drakensbergen rijden we door één van de meest adembenemende landschappen die ik ooit gezien heb. Groene valleien maken plaats voor hoge bergen, tot de imposante Drakensbergketen opdoemt. Wauw! We regelen in the middle of nowhere een klein houten huisje in de tuin van een mega relaxt backpackers hotel met panorama view van de Drakensbergen. De bar, laid-back personeel, de relaxte sfeer, zwembad en inside jacuzzi maken dat Jel en ik deze plek dopen als onze favoriete plek van ZA! Met stipt op 1. Van de geplande 2 dagen, blijven wij hier 4. :)
Tijdens ons verblijf doen we een village bezoek in Leshoto. Los van onze groep komen hier geen toeristen. Echt een kijkje in de authentieke cultuur van 'rural' Leshoto. Een bezoek aan een schooltje, de lokale 'medicijnman', het drinken van lokaal gestookt ginger beer omringt door groene bergen was erg leuk.
De dag erna doen we een daghike samen met onze nieuwe vrienden uit het hotel. Een serieuze hike. Met onzemueslibars, zonnebrand, korte broek,net iets té strakke zonnebrillen, en onze(modieuze, maar niet praktische) sportschoentjes in de aanslag, ontpoppen wij ons als ervaren 'hipster' hikers. Want afritsbroeken, daar doen we niet aan! Ik krijg van Jelle nuttige hike tips die hij nog heeft onthouden van de vele hikes met familie van Gunst in de Alpen (lees: op je tenen omhoog lopen kost minder energie en altijd voeten dwars zetten bij het afdalen). Lucky me! We besluiten off-track te gaan voor canyoning (waterval beklimmen). Alle push-ups in de sportschool kwamen eindelijk goed van pas . Maar even serieus, dit was wel wéér een zeer geslaagd dagje met (uiteraard) super mooie natuur en 'wijdse' uitzichten (zoals Jelle die graag noemt).
De garden route. Of het kwam doordat de Drakensberg simpelweg niet meer te overtreffen was of omdat het 'off-season' was, de garden route maakte geen grote indruk. Plettenberg was stop nummer 1. Al was het strand mooi en de cocktails lekker... het was 'prima' maar niet immens spectaculair. Mossel Bay (aka de spookstad) was ook niet imponerend. Mede omdat er letterlijk geen hond was. Gelukkig bezitten jelle en ik samen de eigenschap ons overal wel te kunnen vermaken en dat kwam speciaal hier goed van pas. Het dagbezoek aan 'Wilderness' gelegen aan een mooi strand was trouwens wel erg de moeite waard en daar heeft de fles witte wijn ('We zijn ten slotte in het land van goede wijnen') die jelle om 11.30 bestelde nog eens goed aan bijgedragen.
'Het land van goede wijnen' konden wij zelf ondervinden in Stellenbosch. Een gebied dat bekend staat om de vele wijngaarden (maar echt veel). Het werkt ongeveer zo: Je komt aan bij een karakteristieke wijngaarde, inclusief pittoreske boerderij of super deluxe landhuis en mag voor een bedrag van ca €4 vijf verschillende wijnen 'proeven'. Dit alles in het zonnetje met super mooi uitzicht (en een additioneel kaasplankje indien gewenst). Dit was, kort gezegd, het goede leven. :-)
Vanuit de keuken uitzicht op de Tafelberg is lekker wakker worden. Jel en ik hadden een super leuke airbnb gehuurd in Kaapstad waar we een week zouden verblijven. Hoogtepunt waren zonder twijfel de lekkere restaurants waar we gegeten hebben (hoe kan het dat élke zuid-Afrikaanse kok zo lekker kan koken?). Maar ook ons bezoek aan kaap de goede hoop en The old bicuit market (een soort foodhallen, maar dan minstens 2x zo groot en hip) waren leuk. Het dieptepunt was ongetwijfeld dat wij overvallen zijn. Na het zoveelste goede diner liepen wij (per hoge uitzondering) naar huis. Dit was wel afgeraden. Voorheen deden we alles braaf met de taxi, maar die was toen niet beschikbaar. Lopen voor 1x moest toch kunnen? Het was max. 10 min lopen en de buurt was 'veilig'. Een inschattingsfout. In een donker straatje op 200m van onze voordeur werden we door twee pubers met een mes beroofd van Jelle's mobiel en wat briefgeld. Alles gebeurde in 1 minuut, bijna te weinig tijd om bang te worden. De vooroordelen over de onveiligheid in Kaapstad werden toen jammer genoeg wel bevestigd.
Hoewel Kaapstad alles heeft (lees: geweldige restaurants, mooie stranden, leuke barretjes, veel vette winkels). Ik voelde gek genoeg geen klik met deze stad. Ik weet niet precies waarom. Misschien wel omdat ik mij moeilijk kon afsluiten voor de grote verschillen in welvaart. Kaapstad wordt omringt door kilometers 'township', waar de arme zwarte bevolking woont. Wat kilometers verder buiten de Kaap woont een groot deel van de Zuid-Afrikanen in simpele huisjes of hutjes. Het voelt gek om een luxe restaurant uit de lopen en direct te worden benaderd door bedelende (zwarte) mensen. De norm dat je dan maar snel de taxi in moet stappen en deur van je ommuurde, extra goed beveiligde appartement achter je dicht moet trekken waardoor 'je er bijna niets van merkt' vond ik soms moeilijk te accepteren. Er is gewoon zo een duidelijk aanwezige verschil tussen arm (zwart) en rijk (wit). Negeren kon ik het niet.
Een dag zijn we zelf naar een township gegaan om een Braai mee te maken (een zuid-Afrikaanse BBQ). Dit op aanraden van de lonely planet en andere toeristen (dus veilig ;). Jel en ik keken onze ogen uit! De braai bij Mzoli's komt neer op een grote gathering van familie en vrienden, heel veel vlees en nog veel meer alcohol. Uit de speaker set knalt een huis-tuin-en-keuken-DJ wat opzwepende (afrobeat) house en de bezoekers van de braai zijn ook zeker niet vies van een klein dansje. Het was leuk om te zien dat een township gewoon gezellig is en echt niet alleen maar gevaarlijk en grimmig. We zijn wel ruimschoots weg gegaan voor alle flessen whiskey op waren ;-). Dat leek ons verstandiger gezien de ratio mens-fles sterk ongeveer 1:1 was. Oja, En bij terugkomtstond de auto er nog (winning).
Zuid-Afrika was een ervaring om nooit te vergeten! De natuur heeft absoluut mijn hart gestolen. De locals waren allemaal super behulpzaam en vriendelijk. Het eten was buitengewoon goed. Het roadtrippen voelde als echte vrijheid. En daarnaast heb ik nog nooit zo veel gelachen in één maand. :) Het was het maandje 'off-route' voor mijn reis naar Azië meer dan waard. Afrika Burn als afsluiter ZA spande absoluut de kroon. Maar die ervaring verdient een apart blogje. Dus daar later meer over.
Liefs,
Dasha

De Laatste

Ik kan het bijna niet geloven. Maar de vijf en een halve maand, beter gezegd 170 dagen op de kop af zijn voorbij gevlogen. Ik ben nu in Bangkok. Alleen. Helaas. Ischa en Rene zijn inmiddels opweg naar Maleisie en komen als het goed is zo aan. Na onze vereniging in Bangkok hebben wij de bus en boot gepakt naar het eiland Ko-Tao en daarna Ko-Phangan. Twee Bizar mooi eilanden. Witte stranden, palmbomen, azuur blauwe zee, veel jungle ach ja, je snapt het wel ;-). De Thomas Cook vakantiegids verbleekt bij het aanzicht van dit eiland. Hier de dagen gesleten met scootertochtjes, het strand en chillen in de Rasta Bar, Rasta Home (inclusief reggea bands) en de ‘High bar' die letterlijk en figuurlijk zijn naam eer aan doet. Inclusief de doorgechillde Thaien en Rastafari'. Met een heerlijke bungalo'tjes aan het strand hebben wij ook hier genoten van het eilandleven. Op Ko-Tao vroegen wij in de Rasta Bar de rekening. We kregen deze terug met op de plek waar ons tafelnummer hoort te staan: ‘ Three People Nice ‘. Een lief complimentje, maar iets waar ik mij geheel bij aansluit. De laatste twee weken samen met Ischa en Rene waren erg fijn en ik heb het gevoel dat deze tijd wel geholpen heeft om mij voor te bereiden op mijn terugreis. Ischa's verjaardag en onze laatste avond samen hebben op het strand we onder de sterrenhemel, met een muziekje en Chang in stijl afgesloten.

Als je je ticket boekt denk je over je terugkomst datum als niets meer dan ‘ het einde' en de dag dat je weer terug in Bangkok moet zijn. Maar toen deze datum steeds dichterbij kwam kreeg het een compleet andere lading. Het is voorbij. Ik ga terug en Ischa blijft. Ik ga terug naar Nederland. Naar de kempenaerstraat bij mijn ouders, de regen, het land dat zo plat is als een dubbeltje en mijn kamer in Amsterdam die ik voor de zomer deel met Janinka. Het is een ‘bitter sweet' gevoel. Het backpacken eist soms zijn tol. De taalbarriere, de overvolle bussen, de energie die je ergens in moet steken om van A naar B te komen. De uren en uuuuren die Isch en ik hebben afgelegd in welk transport middel dan ook. De andere culturen die soms toch botsen met die van jou (ik heb niet kunnen wennen aan het feit dat mensen constant in je nek staan te hijgen op het moment dat je een winkel binnenloopt). Ja, die dingen, die zal ik niet missen. Maar dat weegt niet op tegen wat deze reis voor mij betekend heeft.

Het leren kennen en langzaam aan ontdekken van nieuwe landen culturen, landschappen, mensen, normen, waarden, geuren, kleuren, gewoontes en ga zo maar door is iets waar ik letterlijk elke dag te maken mee heb gehad. Bijna alles is anders dan ik ken door mijn Nederlandse of Westerse bril. Ik ben mij zeker gaan beseffen dat die ook maar een van de vele brilletjes is. Dus wie ben ik om te oordelen dat wat zij anders doen dan ik, gek is (wie weet is het andersom?). Al is dat soms moeilijk te behappen als je bijvoorbeeld met met 26 man in een 13-persoons minivan zit. Behalve de verschillen moet ik de overeenkomsten tussen de mensen van hier en thuis zeker niet overslaan. Kinderen, zijn echt overal hetzelfde en maar niet te beginnen over hoe vaak Ischa en ik wel niet iemand zagen die zo de ‘Indiase' of ‘ Cambodiaanse' versie van een bekende had kunnen zijn. Bepaalde trekken of motorieken doen je soms opeens aan iemand denken, een grappig iets. Blijkbaar zijn zulke dingen toch iets universeels.

De chaos van India. Het land dat soms echt een ‘pain in the ass' kon zijn. Het land dat energie vreet, waar men je constand probeert te naaien, je hand wilt schudden, fotograferen en constand (ook om 03.30 in de nachttrein) met je wilt praten (‘Mam'? Country? Occupation? Married?). Het is ook het land waar de mensen mij het meest hebben doen lachen, waar je bestemming bereiken een persoonlijke overwinning is en de alle religies (zo goed als) vreedzaam naast elkaar bestaan. De overnachting bij een Indier thuis en het ervaren van de oprechte gastvrijheid, iets wat diep bij de Indiers geworteld zit. Maar ook het zien van de armste mensen in de wereld, wat mij even stil maakt en doet beseffen hoe bevoorrecht ik ben.

De stilte en natuurlijk schoonheid van Nepal. De bergen, de Himalayas's. De droom om die nog ooit met eigen ogen te kunnen zien in uitgekomen. De groene valleien, de oprecht lieve mensen. Het bijwonen van een kloosterceremonie en de tijd in Bouddha en Pharping die voor mij, opgegroeid met het Boeddhisme, een hele waardevolle ervaring zijn geweest.

Laos. Waar we de Vang Vieng zuipfestijnen hebben bijgewoond. Daarentegen hebben we de adembenemende groene bergen, valleien en de oud Europese flair van de stad Luang Prabang bewonderd. Tel daar een geboorte feestje vieren met locals in een afgelegen dorp waar bij op en je snap waarom dat een land is waar ik nog veel langer had willen zijn om nog veel meer te ontdekken.

Vietnam, het land waar Isch en ik niet echt een ‘klik' meehadden. Voornamelijk door het weinige contact met de locals. Maar historisch gezien zeker een van de interessante landen. Het bezoek aan de Viet Cong tunnels en het War museum zal ik zeker niet snel vergeten. Het communistische land, waar de foto van Uncle Ho (Chi Minh) in elk huis boven de voordeur hangt.

Een lach en een traan is de exacte beschrijving van Cambodja. De mensen warm en goedlachs. Je voelt je welkom en de de natuur is wederom adembenemend. Een land dat 37 jaar geleden leefde onder een regime dat verantwoordelijk is voor genocide van 1/3 van de bevolking. Deze verschrikkelijk feiten leerden wij tijdens ons bezoek aan de Killing Fields en de Gevangenis. Zoals ik al eerder schreef, met de terror die deze mensen hebben moeten doorstaan heb ik diep respect voor hen en hun positieve instelling gekregen.

India wint, met als favoriet nummer 1. Gek genoeg. Het was de grootste uitdaging, de grootste shock en de grootste overwinning om daar twee maanden door heen te reizen. Maar zoals je begrijpt is elk land een fantastische ervaring geweest. Het voelt wel gek dat Isch hier nog blijft en ik ben er best verdrietig om. Maar ik vind het heel fijn dat hij tot 5 september nog een nieuwe avontuur voor de boeg heeft. Ischa en ik waren een perfect reisteam en dat ik dit alles met hem heb meegemaakt maakt het geheel nog specialer. Als je vraagt of ik zin heb om naar huis te gaan? Nee, eigenlijk niet. De eerste weken thuis zullen moeilijk wennen zijn. Maar ik kijk zeker uit iedereen weer te zien, mijn vrienden, familie en het eten van bruin brood met kaas ;-). En laten we eerlijk zijn, voor altijd reizen is ook niet realistisch... Ik ging op reis voor de ervaring en om te genieten. Ik kan volmondig zeggen met dat dat gelukt is. Elke dag van de 170 die er geweest zijn.. Deze mission: ‘Turning Dreams Into Reality' is geslaagd.

Goed, dit was het dan... Nu rest mij nog avondeten, tas inpakken en morgen vroeg opweg naar het vliegvelg. Surreal, maar ik kan toch echt zeggen tot morgen (of snel)....

Heel veel liefs, Dasha

Cambodja en de laatste loodjes...

Hallo iedereen,

Zondag 27 juni om 14.00 staan wij met beide benen aan vaste land. Onze vijf dagen relaxen op het Vietnamese eiland Phu Quoc zit er op. We zijn tot rust gekomen, maar hebben helaas geen zonnetje gezien. Yep, het regenseizoen is begonnen! Daar staat netjes, zoals afgesproken een busje klaar die ons naar de grens met Cambodja zal brengen. Isch en ik zijn tot onze verrassing de enige in het tourbusje. De grensovergang is aandoenlijk te noemen en bestaat uit niet meer dan één simpel houten huisje. Binnen no-time is het visum binnen en rijden wevia een bruine, modderige landweg Cambodja in. Het landschap en de mensen zien er direct totaal anders uit. Na 2 uur genoten te hebben van het prachtige uitzicht op het plattelandsleven worden we verzocht over te stappen op een kleiner busje. Een blauwe, gammel uitziende mini-van. Nog 'maar' 4 uur tot de hoofdstad. Ik reis nu lang genoeg om de bui al te voelen hangen... ;-)

Onze chauffeurs vanaf Vietnam verdwenen uitzicht en we waren overgeleverd aan de volgende chauffeur. Die om te beginnen eerst de boxwedstrijd wilden afkijken, dus het was wachten geblazen. Gedurende dat uur begonnen andere mede-passagiers binnen te druppelen. Na een uur was meer dan elke plek in het 13-persoons busje gevuld. Er zaten nu rond de 20 man in. Dat was aardig 'hutje mutje'. Ach, India overleefd. Dit was te doen, we zaten immers wel gelijk 'gezellig' onzer de locals (mantra = positief blijven!). De motor werd gestart en nam aanstalte om te vertrekken toen een man op het raam tikte. 'Jeetje, er komt nog iemand bij', zei Ischa nog. Wat gefrustreerd schoven we nog maar iets op.

Die ene persoon, werden twee personen. Die twee vervolgens drie ('wat'?)... vier.. ('dit meen je niet') vijf ('echt'?).... In the end bleek een groep van nog acht(!) extra mensen te zijn. Wij geloofden onze ogen niet. Na het natellen was de score: 26 personen + baggage in een 13-persoons busje. En dan tel ik de twee man op het dak niet eens mee. Om een idee te geven: Op de voorbank zat links ingeklemd tussen de deur een dame, de chauffeur bij haar op schoot. Alleen op de voorbank zat al 6 man. De locals keken hier niet op of om van en schoven rustig nog wat dichter bij elkaar op schoot.

4 uur lang, op één halve bil kwamen wij aan in Phnom Penh. Inmiddels was ik melig geworden van de situatie. Ischa's frons in z'n wenkbrauw werd dieper en dieper. Ja, dit is op reis en even helemaal onderdeel zijn van de dagelijkse gang van zaken hier. Wel was opmerkelijk dat wij direct merkten hoe vriendelijk en vrolijk de locals waren. We kregen vreemde vruchten te eten en wanneer mijn blik die van hen kruisde verscheen er altijd een grote lach op hun gezicht.

Het is opmerklijk dat dit volk zo'n positieve instelling blijkt te hebben, als je bedenkt wat zij nog vrij recentelijk hebben moeten doorstaan. De Cambodianen hebben tussen 1975-1979 geleefd onder het verschrikkelijke Regime van de Rode Khmer onder leiding van hun leider Pol Pot. De verantwoordelijken voor de genocide, waarbij 3 van de 9 miljoen Cambodjanen om het leven zijn gebracht. Zijn ideaal: een puur zelfvoorzienende agrarische staat. Ischa en ik hebben een bezoek gebracht aan de Killing Fields en de gevangenis in de buurt van Phnom Penh. De feiten en gruwelijke daden zijn met geen woord te beschrijven. Een zeer interessante audio-tour vertelde het verhaal van velen slachtoffers. Om een plek te bezoeken waar meer dan 20.000 mensen in massagraven liggen maakten mij en Ischa zeker even stil en de gevangenis waar duizenden mensen tot de dood zijn gemarteld deden mij nadenken. Ongeloof en boosheid kwamen in mij op. Wat een verschrikking. Behalve dat rest mij nog steeds de vraag waarom wij hier zo weinig over leren op school. De Rode Khmer deed wel een lichtje branden, maar gaf mij weinig context. Een derde van de Camboiaanse bevolking is vermoord en meer dan één alinea in mijn geschiedenisboeken is er niet aan besteed...

Blijkbaar ziet onze Westerse samenleving geen noodzaak scholieren hier over in te lichten. Net zoals de situatie in Tibet. Zodra er geen belang is, zoals olie, in Libië wordt er weinig aandacht aanbesteed... Ik vond het heel heftig om deze plekken te bezoeken, maar ik ben blij dat ik deze kennis heb opgedaan. Het heeft mijn horizon verbreed en de positieve instelling van de Cambodianen heeft mij erg geïnspireerd. Het is niet lang geleden. Alle mensen van 37jaar en ouder hebben onder het regime geleefd - ik kan beter zeggen - het regime overleefd. De vriendelijkheid en zachtheid van de locals is bewonderenswaardig en geeft mij diep respect voor deze mensen. Een volk dat trots is op haar eigen land en vooral op de Angkor What Tempels.

De tempels zijn één van de oude zeven wereldwonderen. En het is terecht. De tempels, de grootste religieuze beeldhouwwerken ter wereld, zijn fantastisch. Ischa en ik hebben een lange dag met een tuk-tuk chauffeur gehad om een groot aantal van de tempels te bewonderen in een jungle-achtige omgeving. Enkele bekend van films zoals Tomb Raider. Een spelletje dat ik vroeger op de Play Station speelden. Ik voelde mij tussen de tempels even de hoofdrolspeelster Lara Croft. De tempels zijn wonderschoon, de prachtige architectuur, temidden van jungle en gigantische bomen die soms over en door de tempels heen zijn gegroeid. Je waant je in een film-set, maar het is toch echt realiteit... en al meer dan 1500 jaar oud.

Tot slot hebben Ischa en ik de bus naar Kratie genomen, een plattelads plaats gelegen aan de Mekong rivier, zodat wij meer het 'rural life' konden bewonderen. Het dorp zelf is heel klein en bestaat uit niet meer dan enkele straten. één van onze dagen zijn we op zoek gegaan naar de Irrawady Dolfijnen, waar er slechts nog 70 van zijn in Cambodja. En we hadden geluk! We hebben er heel veel gezien vanuit een klein bootje. Dat was super gaaf! Verder hebben we onze dagen hier genoten van het rustige leven dat de locals hier leiden. We hebben een fietstochtje gedaan over het riviereiland wat een erg mooie inkijk was in het dagelijks leven. Simpel, zelfvoorzienend door het land en de rivier en boven alles rustig en kalm. Er waren bijna geen toeristen in Kratie wat de ervaring extra speciaal maakt.

Inmiddels zijn Ischa, René en ik verenigd in Thailand. In Bangkok hebben wij de telleurstellende voetbalwedstrijd gekeken samen met Irene en Tamar, die daar toevallig ook waren. De volgende dag hebben René, Ischa en ik de drukke stad verlaten en ingeruild voor Ko Tao, een eiland dat regelrecht uit een reiscatallogus komt. Helder blauwe zee, palmbomen, fijne witte stranden, een bungalow, leuke 'chill' tentjes... Ja, ook al mis ik de mensen en de 'comfort' van thuis steeds vaker. Echt naar huis gaan is wel iets waar ik stiekem steeds meer tegenop kijk. Het leven uit een backpack, de constante wisseling van omgeving, eten, mensen en natuur en het nooit op je horloge hoeven kijken zijn iets waar ik echt van ben gaan houden. Maar mijn laatste paar dagen sluit ik hier zeker af in stijl! Tot snel lieve allemaal. Nog minder 1.5 week...

Liefs en tot snel,
Dasha

Vietnam in een notendop

Lieve allemaal,

Zie rechts in beeld voor de fotoreportage van Vietnam!

Vanaf vandaag precies 1 maand voor ik weer voet zet op Nederlandse bodem. Gek, de tijd vliegt. Inmiddels rest ons nog slechts 1 dag in Vietnam. Wij zijn nu op Phu Quoc Island een groot eiland aan de Westkust van Vietnam, waar wij vijf dagen 'gechilled' hebben. Morgen de boot en bus naar Cambodja. Vietnam hebben wij in vogelvlucht gedaan. We moesten er de vaart inzetten omdat wij 12 juni in Bangkok hebben afgesproken met onze vriend René, waarmee Ischa de komende komende maanden zal samen reizen.

Hanoi
De eerste stop in Vietnam was de hoofdstad Hanoi. Het contrast met de dorpjes van Laos had niet groter kunnen zijn. Het is een drukke stad met overal mensen en scooters, maar Hanoi heeft zeker zijn charmes. Voor al 's avonds, wanneer de straatterrassen volstromen en de locals plaatsnemen op de lage plastic stoeltjes en samenkomen om te socializen, eten en 'Bia' te drinken, bier met ijs voor 10 euro cent. Verder heb ik bewonderenswaardig gekeken naar de locals die rondom het centrale meer in de stad bezig waren met hun dagelijkse sessie gewichtheffen of hardlopen. Vooral Tai Chi wordt massaal beoefend. Ja, het was duidelijk dat het lichaam belangrijk is voor de Vietnamezen. Voor al onder de ouderen, de vitaliteit van al die fantieke oma's en opa's was erg leuk om te zien.

Het hoogtepunt in Hanoi was het bezoek aan het Ho Chi Mihn Complex. Ho Chi Mihn is dé nationale held, die met zijn communistische verzetsleger Vietnam zelfstandig heeft verklaard na jarenlange bezetting door de Fransen en Japanners. 'Unclo Ho' wordt vereerd als god. Het bezoek aan zijn 'presidentele huizen', niet meer dan 2-kamerappartementen, waren erg interessant. Voor hem spreekt dat hij echt leefde naar zijn eigen communistische idealen: simpel en bescheiden. Al meer dan 30 jaar overleden is Uncle Ho nog wel te bezoeken in zijn Mausoleum. Daar lag de man, vredig, in een spotlight, opgebaard in een glazen kist. Aan weerzijde stonden militairen in witte pakken op wacht. Het was een mooi gezicht en een speciale ervaring, al werden bezoekers er wel in minder dan 20 seconden doorheen geloodst. Wrang was wel toen ik later las dat Ho Chi Mihn gewenst had gecremeerd te willen worden, met zijn argumenten dat dit hygiënischer was en minder landbouwgrond in beslag nam.. Tsja.

Halong Bay
Vanuit Hanoi hebben we een driedaagse tour geboekt naar Halong Bay. één Van de 7 'Natuur' wereldwonderen. En terecht. De groene bergen die als kunstige creaties boven het blauwe zeeoppervlak uitkomen waren prachtig. We hebben de nacht op een boot doorgebracht en uitgebreid kunnen genieten van dit natuurspektakel. Hoe mooi het real live was is beter te zien op de foto's...

Na Hanoi hebben we een nachttrein gepakt naar onze volgende bestemming Hoi An. Deze slaapcoupé was wel iets anders dan we uit India gewend waren :-). Redelijk schoon en confortabel. India, het lijkt alweer een eeuwigheid geleden te zijn. Hoi An was schattig, lief, mooi, maar wel heel toeristisch. 's Avonds komen het centrale plein en de rondom gelegen straten langs het water tot leven door honderden aangestoken lampionnetjes. Als ik door een sprookje liep...

Dalat
Na Hanoi was het tijd voor Dalat. De vreemste plek in Vietnam. Dalat ligt in de bergen en doet op het eerste gezicht aan als een kitch-achtig Alpendorp. Hier zijn we voor de 4e keer(!) tijdens onze reis verenigd met Ralph en Lot, onze Amsterdamse vrienden uit India. Het weer zat niet mee, vooral in de middag regen. Want ja, het regenseizoen in Azië is begonnen! Maar dat mocht de pret niet drukken. Tijdens de droogte hebben we per scooter de omgeving verkend en de lokale markt bezocht. Hier waren wij nog live getuigen van een slachting van een kip, waarnaast zoals alleen Vietnamezen dat kunnen iemand tussen de vleeswaren een pedicure kreeg. Aldus, de lokale markt... En als ik er nog bijvermeld dat we een dag in een kabellift hebben gezeten en een rondje hebben gemaakt in een 'rodelbaan' ben zelfs ik de draad kwijt. Ook dat is dus Vietnam.

Saigon (aka Ho Chi Minh City)
Na Dalat namen we afscheid van Lot en Ralph en gingen wij op weg naar Saigon. De voormalige hoofdstad van Zuid-Vietnam. Vanuit hier hebben we de Viet Cong tunnels bezocht en kregen wij een grand tour over het leven in de tunnels. Het was intrigerend en benauwend om te zien hoe de Viet Cong jarenlang leefde in deze omstandigheden. Daarna hebben wij het War Museum bezocht. De verhalen en foto's over Vietnam Oorlog en de gevolgen van onder andere 'Agent Orange' waren erg indrukwekkend. Het museum is opgezet vanuit Vietnamees perspectief, wat het extra interessant maakte.

Hoe leuk of interessant de plekken waren die we bezocht hebben, toch houd ik een apart gevoel over aan Vietnam. Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik geen klik heb met dit land. Waarom? Daar ben ik nog niet uit. Ligt het aan het land zelf? Ik weet wel dat wij met de locals weinig leuk contact hebben gehad. Ze tonen wenig interesse, spreken slecht engels, reageren op vragen kortaf. Ze hanteren agressieve verkooptechnieken en zitten zodra je hun winkel of restaurant binnen stapt 'letterlijk' in je nek. Om gek van te worden. Het is een 'hard' volk. De Noordelingen duidelijk wat meer, dan de 'lossere' Zuiderlingen. Die laatste heb ik vaker zien lachen. Dit stereotype bestaat zelfs onder de Vietnamezen zelf leerden wij van Tam, onze reisgids tijdens Halong Bay. Tam liet duideijk weten dat veel mensen ontevreden zijn met de politiek. Toen wij zeiden dat dit in de toekomst zal veranderen reageerde Tam pessimistisch. Verandering? Nee dat zag hij niet gebeuren.

Ik weet dus niet wat ik van Vietnam moet vinden, het is moeilijk te vangen in een paar woorden. De jarenlange oorlog(en) moeten hun invloed hebben gehad. Al hoe wel de nieuwe jonge generaties hier weinig last van lijken hebben, gezien de snelle scooters van de jongens en de meisjes op hoge hakken in de nieuwste mode. De generatiekloof valt zelfs een 'buitenstaander' als ik op. Al is de regering communistisch, bouwt zij sober uitziende gebouwen en censureert zij haar inwonders net zoals als de Chinese buren - de Vietnamezen zelf zijn het niet. Dit blijkt wel uit de vrije economie, de harde commerciële toeristenmarkt en de slechts 2 van de 85 miljoen leden van de Communistische Partij.

Maar misschien was het toch niet het land zelf, maar lag het toch aan mij. Het is dan ook iets typisch Nederlands om 'gezelligheid' te missen, wat voor mij hier in Vietnam het geval was. Buiten kijf staat dat ik het ondanks dat wel weer ontzettend naar mijn zin heb gehad en vooral qua geschiedenis veel geleerd heb, maar wat betreft de Vietnameze identiteit: ik kan er geen touw aan vastknopen.

Veel liefs en tot snel,
Dasha

Laotiaanse 'ambiance' en afgelegen dorpjes

Lieve mensen thuis,

Ik kan het niet geloven. De tijd vliegt. Nog slechts 6 weken voor de boeg. Op 26 juni zal ik weer met beide benen landen op Nederlandse bodem. Zie rechts voor een hele rits foto's die horen bij dit verhaal! (ook bij de vorige blog).

Luang Prabang (22 april tm 27 april)
Na het afscheid van Irene en Tamar zetten Ischa en ik onze reis voort naar Luang Prabang. Ik denk dat deze busreis de mooiste is geweest tot nu toe. 1 weg, 7 uur, met niets anders dan groene bergen, valleien en zo hier en daar een primitief dorpje. En daar opeens in the middle of nowhere, een stad. De twee na grootste van Laos, maar desondanks schattig te noemen. Jarenlang is Laos een kolonie geweest van Frankrijk en dat is te merken. De oud-koloniaalse sfeer in deze stad is hier goed te proeven. Ik waande mij in Parijs. Prachtige Franse architectuur, brede straten, boulangeries waar croissants en pain de chocolat worden verkocht, Franse bistro's... Tot je om je heen kijkt en aan weerszijde van de stad toch echt omringt bent door bergen, straatverkopers, twee grote rivieren en jungle-achtige natuur. Als het daarbij ook nog eens 40 graden is besef je je inderdaad dat het echt toch echt Laos is.

We hebben hier onder andere mijn verjaardag gevierd met echte goede Franse Pattiserie (jammie) en een heerlijk diner (ja, ja Franse keuken). We hebben de stad verkend per fiets, te voet en het vooral rustig aan gedaan. We konden echt niet anders in de zinderende hitten. Ja, Laos' heetste maand is april en dat hebben we geweten ook, pff. Verder in de vroegte het dagelijkse ochtendritueel bezocht, waarbij monniken in een processie rijst krijgen van de locals. Een mooi gezicht, al is deze 'trekpleister' wel een touristenaangelegenheid geworden. Waardoor het toch een beetje 'aapjes kijken' werd. Vooral storend hoe touristen, ondanks de vriendelijke verzoeken zich afzijdig te houden, mega-zoom camera's in de gezichten van de monniken duwen. Al met al, toch een mooie ceremonie om gezien te hebben. Het absolute hoogtepunt in Luang Prabang waren de nabijgelegen Kuang Si Watervallen. Azuurblauw en bestaande uit meerdere niveau's. Ontzettend mooi. Het was ook nog een vlinderseizoen dus de honderden vlinders die rondvlogen rond de watervallen maakte het plaatje compleet. Ik zou zeggen, bekijk de foto's die zeggen meer dan woorden.

Nong Khiaw (28 + 29 april)
Slechts op 3 uur afstand van Luang Prabang bevind je je in een compleet andere wereld. Het is een beetje van de hoofdroute af, waardoor het aantal touristen klein is. In dit kleine dorp is niets te doen, behalve het genieten van de rust en de natuur. Het laatste wat je hier verwacht is een spontante uitnodiging op een geboortefeestje, in de vroege morgen. In de mini-van op de heenweg hadden we een leuke groep mensen ontmoet. We besloten de volgende ochtend te meeten voor ontbijt. Om 10.00 stipt bleek er in het ontbijttentje iets gaande. We werden warm onthaald en aan een tafel gezet, welke vol stond met heel veel eten zoals rijst, groente, kippensoep, bier en laolao (lokaal gebrouwen whiskey). Pak wat je wilt luidde de boodschap. Alles was in overvloed en zodra iets op was werd het direct aangevuld. Er werd gezongen en vooral veel geproost en gedronken. Alles werd gedeeld met iedereen die wilde, tafels waren gevuld met andere dorpelingen en nu dus ook door ons. Eerst wat overrompeld door het gebeuren namen we deel aan dit feest. En niet veel later proostten wij samen met de familie en kenissen op de gezondheid van het pasgeboren kindje. Natuurlijk werd er ook gedanst en werd ons de kneepjes van laolao drinken en Lao danspasjes bijgebracht. Het was een hele vrolijke bedoeling en de mensen waren ontzettend lief en warm. Zo sta je op om te ontbijten, zo sta je in een huiskamer vol Laotianen en een kleine baby een feestje te vieren. Super leuk.

Muang Ngoi (30 april + 1 mei)
Het uur-durende boottripje tussen van Nong Khiaw naar dit dorpp wordt in de Lonely Planet Gids als de mooiste van Laos omschreven en deze liegt er niet om. Samen met de gezellige groep mensen waar we al een aantal dagen mee op waren getrokken in Nong Khiaw besloten we naar dit (nog meer) afgelegen dorpje te gaan. De groep bestond uit Daniel (Chilli), Hannah (Nieuw-Zeeland), Paul & Kate (Australië) en op de boot er heen sloten daar nog twee Noorse en twee IJslandse jongens bij aan (ik zal jullie de ingwikkelde namen besparen). Dit afgelegen dorpje bestaat letterlijk uit niet meer dan één weg, wat dorpelingen, veel kippen, huisjes, enkele winkeltjes, een klooster en een aantal gastenverblijven waarvan de meeste bestaan uit bamboo hutjes. Er gaat geen weg heen, dus de boot is de enige optie. Het is wel ingesteld op touristen, maar op een hele simpele manier. Dit dorpje is het toppunt van rust. We hadden 4 bamboo hutjes op een rij met river- (en berg) view. Urenlang hebben we genoten van het uitzicht en gezwommen in de rivier. Slechts twee uur per dag heeft dit dorpje stroom, wat het leven simpel maakt. Maar meer heb je eigenlijk niet nodig. We zijn hier twee dagen gebleven. Dit dorpje, de stilte en de onbeschrijflijk mooie omgeving was waar ik naar op zoek was. Gewoon relaxen, zijn en kletsen met gezellige mensen.

We hebben in de korte tijd die we hadden alleen tijd gehad voor Noord Laos. Eerst baalde ik, omdat er nog zo veel te zien was behalve dat. Maar na het bezoek aan deze twee dorpjes was ik dik tevreden. Een ervaring om niet meer te vergeten. Het is zo moeilijk, maar je moet gewoon accepteren dan je in 1 reis nooit alles kan zien. Dat vind ik tot nu toe denk ik het lastigste aan het reizen in het geheel. Laos is zeker wel een land waar ik graag nog eens naar terug zou willen gaan, omdat er nog zo veel meer te verkennen valt. Mijn nieuwsgierigheid naar de rest is alleen maar gegroeid.

Maar het was tijd voor het volgende land. En dat betekende 26 uur (ja écht!) in de bus richting Vietnam, waar wij inmiddels alweer bijna 2 weken zijn. Jullie horen snel weer van mij.

Liefs Dasha

Even wennen en thuis weer heel dichtbij

Lieve allemaal,

(check rechts in beeld weer voor de foto's!)

De laatste keer dat ik schreef waren wij net vers gearriveerd in Thailand, net Nepal achter ons gelaten. Inmiddels zit het volgende land Laos er al weer op. De laatste paar weken is ons reistempo iets relaxter en langzamer geworden. Zowel ik en Isch merkten dat wij het reizen op 'full speed', zoals wij in India en Nepal deden, een beetje moe waren geworden. De laatste weken stonden dan ook in het teken van relaxen, genieten van prachtige mooie natuur én de ontmoeting met twee goede vriendinnen van ons, Tamar en Irene. (Waarvan twee dagen daarvan ook nog eens met Ralph en Lot, onze reisgenootjes uit India).

Na een vliegreis, Kathmandu-Bangkok (4 uur), een nachttrein, Bangkok-Chiang Mai (18 uur) en een mini-van, Chiang Mai-Pai (5 uur), kwamen wij uitgeput aan op onze eindbestemming Pai. De van stopte en daar stonden letterlijk springend van enthousiastme Tamar en Irene ons op te wachten! Het was geweldig, vreemd, gek en leuk om twee mensen van thuis weer een knuffel te kunnen geven. Mijn vermoeidheid was ik snel vergeten. Zij hadden eerder die dag al een prachtig huisje geregeld voor mij en Ischa. Een king-size bed, schone handoeken, airco, tv, moderne badkamer en twee flesjes water lachtten ons tegemoet. Wat onwennig zette Ischa en ik onze spullen neer. Zulke 'luxe' hadden we al lang niet meegemaakt.

Pai heeft de feeling van een strandplaatsje, maar ligt werkelijk in de bergen van noord Thailand. Tientallen eettentjes, lounge plekken met live-bandjes, jongeren en wat hippies die destijds zijn blijven plakken, dat is Pai in een notendop. We waren hongerig geworden van het reizen en besloten met z'n vieren uiteten te gaan. Het was vreemd, om weer in een uitgaansgelegenheid te zijn. Er werd gedronken, muziek gedraaid, gesocialized. Terwijl ik mij in Nederland zo vaak in het weekend op zulke plekken begeef, zo onwennig en vreemd voelde het nu. Ischa ervaarde dit hetzelfde. Dat wij in 3 maanden India en Nepal dit soort uitgaansgelegenheden (bijna) niet vonden was onze routine geworden. We gingen vaak vroeg naar bed, dronken wel eens één biertje bij het eten. Deze dingen waren voor ons doodnormaal geworden. Het was interessant om te merken dat wij nu moesten 'wennen' aan een plek die we normaal 'for granted' namen. Een gevoel dat moeilijk is te omschrijven. Thailand was anders. Zo anders dan Nepal of India. Van meer luxe voorzien. Toilet papier in elk openbaar toilet, een schoon guest-house, véél touristen, Engels sprekende mensen. Met gemixte gevoelens van blijdschap om Irene en Taam weer te zien en onwennigheid aan deze nieuwe setting viel ik die avond in slaap.

De volgende dagen in Pai hebben we genoten van de zwembaden in mooie resorts, hebben heerlijk gegeten, zijn 's avonds naar wat barren gegaan en hebben een lange scootertocht gemaakt naar misschien wel de coolste grotten waar ik ooit ben geweest, de Lod Cave. Vervoerd in een bamboo-raft hebben we via het water met één gids + één lamp de grot ontdekt. We waren de enige (op honderden vleermuizen na), wat het extra speciaal maakte. Dat is wel eens anders dan de grotten in Frankrijk met hordes touristen.

Op 14 april, de derde dag van de meerdaagse Songkran-viering, de backpacks veilig waterproof ingepakt, baande wij onze weg door Chiang Mai. We waren op weg naar ons guest house. We hadden het gered en nog aardig droog ook. Songkran (Thais Nieuwjaar) wordt namelijk gevierd als één groot watergevecht! Chiang Mai staat bekend als één van dé plekken om dit feest mee te maken. En ik begrijp waarom. Tweedagen lang begaven we ons tussen de locals en touristen te midden van één groot waterballet. Wij waren bewapend met supersoakers en een rugzakje om een aantal liter water in op te slaan. Over de weg reden stapvoets trucks gevuld met hele families en reserves water en alle voorbijgangers kregen de volle lading. Van jong tot oud, tourist tot local, iedereen deed mee. Hier en daar stonden stages met DJ's of bands. De sfeer was gezellig! Het was een soort leuke versie van Koninginnedag (zonder de vervelende dronkenlappen). Al keek ik er in het begin tegenop (ik ben niet zo van de watergevechten) was het een unieke ervaring die ik niet had willen missen. Het was echt te gek.

De dag na Songkran hadden wij via het busstation een nachtbus geregeld naar de hoofstad van Laos, Ventiane. Daar zouden we een busje nemen naar Vang Vieng. Een lange rit. Helaas ging daar iets fout, in de veronderstelling een ticket geboekt te hebben naar Laos werden wij om 05.30 gedropt, een uur voor de grens onder het mom van 'last stop'. Dus. Dat had de mevrouw van het busstation wel even mogen melden, maar helaas. De slaap uit onze ogenwrijvend, balend wat te doen werden we van het kastje de muur gestuurd. Na een bus en twee tuk tuk's, waarna we ook nog eens $10 te veel betaalden voor ons visum aan een travel agent die zich voordeed als de Lao immigration office, zaten we dan ein-de-lijk in de mini-van naar Viang Vieng. De gewenste 'last stop'. Ach ja, ook die dagen horen er bij... De uitdaging is ook om dan te blijven lachen (al is het als een boer met kiespijn)..

Vang Vieng is wonderschoon. Omringt door mysterieuze bergen, groen en een grote rivier was het één van de mooiste plaatsjes tijdens mijn reis. Het staat het behalve de natuur ook bekend om de vele barren en het 'tuben', het rond dobberen in een band langs velen barren die aan de rivier grenzen. Om eerlijk te zijn heb ik mij in Vang Vien geen minuut echt thuisgevoeld. Het uitgaan (vooral overdag) is te vergelijken met een soort 'chersonissos'. Vrij ordinair, plat, single jongens en meisjes op 'jacht', slechte muziek, veel drank (mis/ge)bruik. Nee er werd mij iets duidelijk. Ik ben niet naar de andere kant van de wereld gereisd om mij op zo'n manier te vermaken. Ieder zijn smaak en mijn mening is er natuurlijk ook maar één. Maar dit was op dit moment iets waar ik echt niet op zoek naar was. Het is een bizar iets als een 'chersonissos' te vinden, in the middle of nowhere, omgevendoor de bijna ongerepte natuur van Laos. Stiekem een reden te meer om mij een beetje te schamen voor het gros van de Westerse touristen die hier speciaal komt om 'te feesten'. Ik weet niet wat de locals daar precies van moeten denken...

Toch, ik zal zeker niet ontkennen dat ik mij hier best vermaakt hebt. Maar de enige aanwijzbare reden is omdat ik met een leuke groep was bestaande uit Irene, Tamar, Ralph en Lot. Het bezoek aan 'The Blue Lagoon' en de cave waar door wij een dag ontsnapten aan het 'gefeest' was mijn absolute hoogte punt in Vang Vieng. Helaas was het na deze laatste dag tijd om afscheid te nemen van iedereen. Irene en Tamar gingen terug naar Thailand en Ralph en Lot door naar Cambodja. Isch en ik waren weer alleen.

Onze volgende stop was de oude hoofdstad van Laos: 'Luang Prabang'. Hier over de volgende keer meer. Ik heb al weer genoeg geschreven voor nu. Daarbij moeten wij ons klaarmaken voor een 26 uur lang durende busrit richting Vietnam (pff.. je moet er wat voor over hebben).

Het was zo interessant om te merken hoe wij weer moesten 'wennen' aan gewone dingen als uitgaansgelegenheden in Pai, ons begeven onder grote groepen reizigers of Travel Agents die alles voor je regelen. Soms zagen wij in India dagenlang geen enkele Westerling en een bus regelen was daar soms een dagtaak. Nadat je basisstandaard in India aardig omlaag gaat komt alles wat daar boven uit komt vervolgens als gewaardeerde extra. Natuurlijk wen je helaas snel aan de normale dingen als toiletpapier in openbare toiletten ;-). Toch vergeet ik niet hoe het aan het begin van mijn reis was. Ook al hebben we hier wel eens een kleine tegenslag, in vergelijking met India is het allemaal 'piece of cake'. Toch ben ik er nog niet uit of ik de chaos in Oud-Delhi of het Tuben in Vang Vieng nou erger vond ;-).

Liefs, Dasha

Nepal op z'n mooist.

Lieve mensen thuis,

(zie rechts in beeld de foto's bij dit verhaal)

Na onze belevenissen in Patan besloten we uit te wijken naar een dorpje genaamd Boudha(nath). Deze plek stond vanaf het begin hier al lang hoog op mijn lijstje, omdat het een bekende boeddhistische pelgrimsplek is en de Stupa (boeddhistische tempel) daar één van de grootste ter wereld is.

We stapen uit de mini-van (letterlijk!). Zelfs ischa moest gebukt staan in dit mini busje. We werden gedropt bij een drukke straat. We moesten een kort zijstraatje in lopen om in Boudha te komen. Het contrast had niet groter kunnen zijn. Van de drukke weg slechts gescheiden door één rij huizen leek het of we een totaal andere wereld in stapten. Opvallend waren de rust, dankzij het verbod van gemotoriseerde voertuigen en het straatbeeld. Opeens zag ik overal monniken in rode gewaden en mensen in traditionele Tibetaanse kleding. Veel Tibetanen en monniken vluchtten genoodzaakt vanuit Tibet naar Nepal voor de jarenlange onderdrukking door de Chinesen. Velen wijken uit naar Boudha, waar door je echt het gevoel krijgt in Tibet te zijn. Het dorp is gebouwd rondom het centrale plein, waar de bekendste Stupa van Nepal (misschien zelfs wel van de hele wereld ). Het is een gigantisch witte koepel met een gouden 'toren' met daaar op de bekende ogen van Boeddha (zie de foto's) en is begeven door tientallen slingers vangebedsvlaggen.

Rond de Stupa en in de zijstraatjes zijn vele boeddhistische kloosters, winkeltjes en restaurants. Winkels speciaal voor tempelspulletjes, wierook of brokaat. Andere zijn kleermakers speciaal voor moniken of souverniershops speciaal voor de dagjestouristen. We hadden bewust besloten hier een aantal nachtjes te slapen. Dat was een goede keus. Nadat de touristenbussen vertrekken in de namiddag komen locals vanuit het niets allen voor hun dagelijkse pelgrimrondes. Juist in de late namiddag, tijdens zondsondergang zie je Boudha op z'n mooist en is de mystieke sfeer het speciaalst.

Honderden boedhisten die kloksgewijs hun pelgrimsronde om de Stupa maken. Kinderen, volwassenen, moniken, Tibetanen, Nepalezen en als je goed keek ook enkele westerlingen. Velen prevelen matra's met mala's (een koort met 108 kralen) in hun hand of draaiend aan de lange rijen gebedswielen. Aan de voorkant van de stupa staat een grote bak waarin juniper gebrand wordt. Deze takken geven veel een lekker geurende rook, in het boeddhisme bekend om de 'reinigende' functie.

Op aanraden van mijn vader besloten wij een bezoek te brengen aan een specifiek klooster om een 'Puja' bij te wonen. Een Puja is een tweemaaldaags vast ritueel in de kloosters ('s morgens en 's avonds). Het is is een vastritueel waarbij alle moniken in het klooster samen komen in de meditatiehal om gezamelijk te reciteren en te mediteren. Deze is meestal open voor 'bezoekers'. Dit klooster genaamd: Ka-Nying Shedrup Ling of te wel 'The White Monastery' staat nauw in verband met met Shambhala. Shambhala is een voor het westen vertaalde stroming van Boeddhisme gebaseerd op het traditionele Tibetaans Boeddhisme waar ik veel mee bezig ben. In de White Monastery wonen rond de 200 monniken, waaronder een grote groep kinderen vanaf een jaar of 8. Bij aankomst stond ons een verassing te wachten. In plaats van de reguliere uur-durende Puja was er nu een heel speciale 9-daagse Puja aan de gang. Dag- en nacht werd deze speciale ceremonie gehouden onderleiding van de 3 hoofdleraren (die de titel dragen van Lama of Rinpoche's). We waren welkom deze bij te wonen, zolang als wij zelf wilden.

De volgende ochtend vroeg betraden wij de meditatiehal die op zich al een attractie is. Het is een gigantische hal met zeker plaats voor ruim 200 monniken. Aan de voorwant zijn een aantal schrijnen (altaren) vol met goud, offeringen en grote boeddhabeelden. De muren en plafonds zijn van boven tot beneden bedekt met Boeddhistische afbeeldingen. De monniken zaten in rijen achter elkaar op kussens met voor hen tafels met beoefeningsvoorwerpen die zij nodig hebben tijdens de ceremonie. Zoals bellen, vajra's en recitatieteksten (en niet te vergeten een theekopje!). De hoofdleraren zaten op mooi versierde tronen. Alleen van wat er te zien was in de hal was ik al onder de indruk.

We moesten de hele hal door (akward ;-) en vonden een plekje rechts achterin. We waren op enkele Westerse beoefenaars die bij het klooster aangesloten na de enige Westerlingen. De ceremonie was al enkele tijd bezig. Direct bood een monik ons een theekopje aan gevuld met Botermelk (wat neer komt op vettige, zoute thee). (Nee is ben geen fan ;-). Bijna drie uur lang volgden wij vanuit ons plekje in de zaal de ceremonie. De recitaties worden allemaal op een hele lage toon gedaan door alle monniken tegelijk. De recitaties werden op bepaalde plekken in de tekst ondersteund door symbolische handgebaren (mudra's) en het gebruik van de voorwerpen. Op gezette momenten stoptten de monniken met reciteren en was een luid intermezzo van instrumenten. Blazers, trommels, bellen, bekken en grote pauken. Het gaf een gigantisch geluid dat aanzwelde en weer af nam, waarna de monniken de recitaties hervatten. Ik kreeg er kippenvel van. Op andere plekken in de ceremonie kwamen moniken alle rijen langs die heilige voorwerpen kort tegen je hoofd hielden of een heilige vloeistof uitdeelden in de palm van je hand die je dan vervolgens opdronk. Ik heb ademloos de hele cermonie zitten bewonderen.

Het was een ontzettend speciale ervaring, vooral omdat hier het Boeddhisme echt in traditionele Tibetaanse vorm wordt uigevoerd. De hele sfeer en setting hebben veel indruk op mij gemaakt. Het gevoel dat het bij mij los maakte is moeilijk te beschrijven. Ineens realiseerde mij dat ik zo blij was dit eens te mogen mee maken.De volgende dag ben ik alleen nog enkele uren terug gaan. Het was een unieke kans om een ceremonie als deze bij te wonen en wilde daar daarom optimaal gebruik van maken.Stiekem was dit wel een beetje een droom die uit kwam. Een wens die ik al sinds ik een klein meisje ben heb. Het bijwonen van een ceremonie in een echt klooster. Zo één die ik thuis altijd op TV in documentaires zag.

We zijn in totaal vier dagen in Boudha gebleven en ik heb hier een deel van Nepal ontdekt waar ik op gehoopt had. Na Boudha hebben wij een scooter gehuurd en zijn wij op weg gegaan voor een bezoek aan Pharping. Net zoals Boudha een heilige plek voor Boedhisten. De uitdaging was het overleven van de 'Ring-Road' die om Katmandu heen loop en ver-schrik-ke-lijk druk en chaotisch is. Gelukkig is Ischa een goede chauffeur en reed ons soepel naar de juiste afslag. We reden over een prachtige landweg een berg op waarbij wij uitizcht hadden over de bossen, kleine dorpjes, rivieren, meertjes en de hoge bergen die de vallei omringen. Pharphing is een typisch, niet-toeristisch Nepalees bergdorp met ontelbaar veel stupa's, kloosters en boedistische gelegen in een betoverende omgeving. Hier hebben we een wandeling gemaakt langs speciale plekken zoals kloosters, stupa's en enkele grotten. Daarnaast hebben we een nabijgelegen klooster bezocht waar mijn boeddhistische leraar Sakyong Mipham een tijd terug een retreate heeft gedaan.

De speciale sfeer van Boudha en Pharphing, de stupa's, mensen, kloosters, grotten en ceremonies hebben veel indruk op mij gemaakt. Deze twee plekken zullen daarom nog lang in mijn herinnering blijven. Ik kon geen beter einde wensen aan Nepal. Het was een ontzetend gave maand geweest maar tijd voor 'the next move'.

Ischa en ik zijn een klein beetje afgeweken van ons orginele reisplan door naar Thailand te vliegen. Dit speciaal voor de ontmoeting met twee goede vriendinnetjes van ons, Irene en Tamar. Nu zijn we al bijna een week in het Noorden van Thailand samen met zijn vieren. Het is ontzettend gezellig, speciaal en (tegelijker tijd doodnormaal en vertrouwd) om met mensen van thuis samen te zijn. Daar keken wij echt naar uit! Ze zeggen dat 3 maanden de kritieke moment is voor het missen van thuis. Dus deze meeting was goed getimed ;-). Over wat wij hier allemaal hebben meegemaakt volgende keer meer. De tijd in Thailand zit er (voor nu) op, vanavond nemen wij de nachtbus naar Laos!

Dikke kus.

Paragliding en Pelgrimsplekken

Lieve allemaal,

Het is al een tijd geleden dat jullie wat van mijn gehoord hebben. Alweer ruim drie weken zitten er op, dus nog slechts een paar dagen te gaan hier in Nepal. Ik zit nu in Boudha, een super fijn dorpje buiten de drukte van de hoofdstad Kathmandu. We hebben weer veel meegemaakt. Dus laat ik bij het begin beginnen...

Lumbini (9 tm 13 maart)
Lumbini was alles wat India niet was. Weinig vervuild, mensen die niet staren, je niet constant in hun 'winkeltje' proberen te lokken, weinig verkeer. Ja, het was er zelfs rustig te noemen. Apart, zo'n bijna serene rust hadden we al lang niet mee gemaakt. Heerlijk. Ischa was een aantal dagen wat ziek, dus we hebben vooral rustig aan gedaan. Na een antibioticakuur was hij er snel boven op. Het was tijd om het park te bezoeken waarvoor wij waren gekomen. De plek waar Boedha geboren is (en waar de bekende Asoka Pilars staan).

Lumbinini is een bekende pelgrimsplek voor Boeddhisten. Je verwacht er dan ook iets van een 'spirituele sfeer' te verwachten. De tempel - gebouwd op de plek waar de Boeddha is geboren is mooi, omgeven door honderden gebedsvlaggetjes, een imposante boom en moniken die teksten reciteerden. Om binnen te mogen moest wel een kaartje worden gekocht bij de counter aan het begin van het omliggende park. 2.5 km verder op (waarom!?) Gelukkig hadden we fietsen gehuurd. De weg door dit bizare park naar de counter was opmerkelijk te noemen. Het park, onaf en half verwaarloosd is 30 jaar geleden ontworpen en overambitieus gebleken. We zagen looppaden, watertjes, enkele stupa's, tempels, kloosters gebouwd in dit inmens grote park. Enkele erg mooi, velen verwaarloosd of simpelweg nooit afgemaakt. Het was een vreemde gewaardwoording. Zo'n bijzondere pelgrimsplek die los van de kleine hoofdtuin leeg aan voelt, bijna een spookplek is te noemen. Toch jammer, dat zo'n plek door onduidelijke redenen (wij gokte de politieke geschiedenis van Nepal?) in deze conditie is.

Pokhara (14 tm 22 maart)
Met gemenge gevoelens over Lumbini vertrokken wij naar Pokhara. In een overvolle Nepalese bus. Mondkapjes worden in Nepal door veel mensen gedragen in verband met de roetuitstoot van de oude voertuigen. Want als je denkt dat dát verschillend is van India: vergeet het maar. Kleine busjes, kleine stoeltjes, vol met mensen, zakken rijst, aardappelen. De helft op de het dak de andere helft binnen gepropt. Ja, en dat dan uren lang over slingerweggetjes door de bergen. Maar! Het uitzicht maakt alles goed. De prachtige groene bergen, valleien, canyons, rivieren die ik langs zag komen waren adembenemend mooi. Opeens besefte ik: 'Ik ben in Nepal'. Het land dat al sinds de basisschool een land is waar ik van droomde ooit heen te gaan en nu was ik er! Pokhara ligt aan de voet van het Anapurnagebergte. De 'poort' naar de Himalaya's, de wereldberoemde bergketen! Ook ligt deze stad aan een heel mooi groot meer, omgeven door groen en bossen.

Op aanraden van Lot en Ralph gingen we naar een confortabel en schoon guest house, gerunt door een lieve familie. Pokhara is van alle facilititen voorzien. Pizzaria's, hiking-winkels, engelssprekend personeel. Eigenlijk ben ik geen fan van zulke plekken, maar na 9 weken India was dit meer dan welkom. Toch voelde het niet touristisch a lá de costa brava. Nee juist niet, het kwam heel relaxt en rustig over. Ook hier (in deze grote stad) waren netzoals in Lumbini er geen vervelende verkopers, weinig verkeer, weinig mensen het was zelfs hier rustig. Langzaam, ja langzaam kwam het besef:

We waren gewend geraakt aan de gekte van het land waar wij vandaan kwamen. De kermis die India heet. Na 9 weken wen je aan de krioelende mierenhoop, de oplichters, de naaiers, de drukte, de toeters, de opdringerige mensen, chaos, het gestaar, het verkeer dat je van je sokken rijdt, de smerige toiletten, de twijfelachtig schoongemaakte guest houses. We dachten eerst dat het aan Lumbini lag- die rust, die kalmte. Daarna dachten we over Pokhara hetzelfde. Maar nee, het lag niet alleen aan Nepal. Het was meer het contrast met het extreem intense land waar wij vandaan kwamen. Gedurende onze tijd in Pokhara besefte Isch en ik ons meer en meer hoe extreem het was geweest en hoeveel India van ons gevraagd had. Nog daar, er midden in, besefte wij dit ons nog niet eens half. Alles hier in Nepal verliep daarentegen zo gemakkelijk en relaxt. Meerdere keren deze week keken Isch en ik elkaar aan, lachten wij. 'Wat hebben we onszelf in godsnaam 9 weken lang aangedaan?'. Maar toch, ook achteraf gezien zijn we het over eens dat we geen seconde van India hadden willen misssen. Mijn conclusie is dat júist omdát het zo extreem was, zo ver 'out of my comfort zone' het zo interssante ervaring was.

In Pokhara kregen wij wel te maken met het bekende fenomeen van reismoeheid. Het leek wel alsof, nu we het in Nepal rustig aan konden doen, het in één keer toesloeg. Het reistempo had in India ook erg hoog gelegen. Pokhara stond dus vooral in het teken van relaxen en lekker eten en enkele daguitstapjes zoals: lezen, wandelen, ischa's bezoek aan de kapper, een bezoek aan het Gorka museum, het huren van een scootertje om omliggende meren te bekijken, een Tibetaans vluchtelingendorp en het boeddhistische klooster daar bezoeken... Met als hoogtepunt in Pokhara: PARAGLIDEN!

Paragliden
In de vroege morgen rond zessen wekte Ischa mij - ik moest naar het dakterras komen. Daar de slaap nog uit mijn ogenwrijvend zag ik iets wat ik alleen herkende van TV. Achter de groene bergen die we normaal zagen was nu een gigatische besneeuwde bergketen te zien. De gebruikelijke onheldere lucht was als een gordijn opgetrokken na de heftige regen van de vorige avond. En daar glinsterde, in het licht van de opkomende zon, de bergen van de Himalaya. Het was echt heeeeeel erg mooi. Alsof ik naar een anzichtkaart keek. Het idee van Paragliden was al voorbij gekomen, maar we twijfelde geen moment en belden of er nog plek was voor die dag. Dat was er!

Drie uurtjes later rende ik en min 'gids' van één van de hoogste bergen in Pokhara - de grond onder mijn voeten verwijnend. Ik zat voorin een soort hangstoel, achter mij mijn gids (uit India ;-) en boven ons een gigantische parachute. Op ruim 2 km hoogte cirkelde we, een uur lang, boven bergen en het meer rondom Pokhara. Het uitzicht op de stad, de groene bergen en verdern op het perfecte uitzicht op de besneeuwede Himalaya's was onbeschrijflijk. Het voelde zo vrij en relaxt. Dichterbij bij 'echt' vliegen kom je denk ik niet. De gidsen vertelden ons meerdere keren: 'You guys are so lucky today. This is the best view in months and the best weather condition you can wish'. Dat hadden wij dus goed aangepakt! :) En inderdaad, de rest van de week in Pokhara hebben we geen sneeuwberg meer gezien. Die waren weer verscholen achter een dik pak wolken. Maar alleen al de herinnering aan die ene dag was het al waard om naar Nepal te komen.

Kathmandu (22 tm 28 maart)
Na Pokhara zijn wij doorgereisd naar Kathmandu. Deze razend drukke hoofdstad vol verkeer is chaotisch. Wij verbleven in Thamel, het touristen gedeelte waar je weinig door hebt van de chaos en luchtvervuiling in de stad. Met mondkapjes in de aanslag hebben we een wandeling gemaakt door het oude centrum. Kathmandu staat overvol van hindu tempels, boeddhistische tempels (stupa's), altaren op schattige binnenhofjes. Die om de haverklap, onverwacht opduiken als je een zijstraatje in slaat van een drukke weg. Als eindpunt van de wandeling Durbar Square, dat vol staat met tempels in Newari Stijl. Daarnaast hebben we de gigantische Boeddhistische Stupa Swayabunath bezocht die op een berg staat aan de rand van de stad. De wit- met gouden stupa was erg mooi en het pad omhoog eveneens. Je kruist tientallen kleine stupa's, altaren, moniken en schrijnen op de weg om hoog. Wat ook nog eens beloond werd met een mooi uitzicht over de stad.

Raften
Een van de hoogte punten na het paragliden was onze andere extreme sport ;-) raften! Na een moeizame reis van enkele uren (vanwege een kapotte truck op de weg, waardoor er een file ontstond waar nul beweging in zat) kwamen we aan bij ons startpunt. We ontmoeten onze twee gidsen en onze mede-rafters: Neil (Iers), Sydney en Kjell (Canadees). Met helm en peddel in de aangslag gingen we de grote opblaasboot in. Eerst kregen we wat veiligheids- en commandoaanwijzingen, want ja er moet echt gestuurd worden! Het was super gaaf. De rivier was best wild en we stuurden zo goed we konden en lieten ons meevoeren door de sterke stroming. Twee uur lang voerden we high speed over de rivier ;-). Tot het laatste en meest heftige stuk was het goed gegaan, op wat grote golven die de boot insloegen na dan. Maar bij de laatste, lastigste stroomversnelling liepen we vast op een grote rots. Muurvast.

Wat we in zo'n geval moesten doen, was op en neer 'bouncen'. Tegelijk. Zodat de boot langszaam verschoof. Zo gezegd zo gedaan. Het was best grappig, vast op zo'n rots midden in een grote stroomverstelling. We hadden precies de grootste rots in de stroomversnelling gekozen om op vast te lopen. Wat er toen gebeurde is nog steeds half onduidelijk, maar voor ik het wist sloeg ik overbord. Ach, we droegen zwemvesten en ik heb vroeger goed mijn best gedaan op zwemes bij meester Kees, dus wat kon er gebeuren? Ik ging onderwater en wachtte op het moment om boven te drijven maar die kwam niet. Toen ik mijn ogen open deed zag ik de blauwe onderkant van de boot boven mij en merkte ik dat ik vast zat tussen de rotsen en de boot. De harde stroming en mijn zwemvest drukten mij vast onder de bodem van de boot. De paniek begon toe te slaan en ik werd echt bang. Ook boven in de boot was er paniek, omdat duidelijk was dat ik vast zat. Door de stroming, mijzelf of Neil (kan alle drie) schoot ik kort daarna onder de boot vandaan. Direct werd ik vastgepakt en drie man tilden mij uit het wilde water. Ik denk dat ik nog nooit zo opgelucht ben geweest!

De volgende avond hadden we afgesproken met onze mede-rafters om samen cocktails en biertjes drinken. We keken vol verwachting op de laptop de film terug die Kjell gemaakt had met zijn waterdichte camera. We kwamen niet meer bij toen we zagen dat dit alles slechts enkele secondes, in beslag heeft genomen. Voor mij, maar ook voor de mensen in de boot voelden het veel langer. Hoe dan ook, we hebben er wel een hele spannende rafttrip en een hele gezellige dag met de groep aan over gehouden. (En ik heb er stiekem een klein trauma'tje bij).

Goed voor zo ver onze avonturen. Het is wel weer lang genoeg geweest. Ik hoop dat alles goed met jullie gaat!

Heel veel liefs en een dikke knuffel vanuit Nepal!